Grondbewerking in de maisteelt
Minimale grondbewerking leidt tot stabiele een bodemstructuur en een betere draagkracht van de bodem. De bodem is een complex geheel van bodemchemische, -fysische en -biologische factoren. Bacteriën, schimmels en regenwormen scheiden kleverige stoffen uit die de gronddeeltjes aan elkaar plakken waardoor grondkorrels worden gevormd. Daarnaast wordt door de activiteit van regenwormen gangen gegraven die de bodem mengen en een luchtige structuur geven. Een gezonde bodem heeft op op deze manier een beter waterbergend vermogen en een betere draagkracht. Belangrijk is ook dat we ons realiseren dat het bodemleven cruciaal is voor de voeding van de plant. Denk daarbij aan bacteriën die stikstof binden uit de lucht. Belangrijk zijn ook de mycorrhiza’s, de samenwerkingsvorm tussen schimmels en planten. De plant levert energie aan de mycorrhiza die in ruil daarvoor voedingsstoffen levert aan de plant.
Kerende grondbewerking mais
Bij een kerende grondbewerking wordt dit complexe bodemleven ernstig verstoord. Machinefabrikant Lemken onderkent dit probleem en ontwikkelde de Lemken Koralin. De Koralin is een combiwerktuig van een compactschijveneg een cultivator en kleine ganzenvoettanden. De machine met twee rijen schijven van 51 centimeter doorsnede en drie rijen kleine ganzenvoettanden kan ondiep de stoppel bewerken, vanaf zo’n 2 centimeter. “Zo diep als nodig en zo ondiep mogelijk”, aldus Hans Hoogland (manager Lemken Nederland).

De Koralin kan zowel gebruikt worden in het najaar na de oogst voor de zaaibedbereiding van het vanggewas, als in het voorjaar voor het onderwerken van het vanggewas en het zaaiklaar maken van de volgteelt. De Koralin speelt ook duidelijk in op de actualiteit rondom het terugdringen van glyfosaat in de landbouw. Met de ganzevoet wordt de groenbemester afgesneden van de wortel waardoor hergroei wordt onderdrukt.
De Ecoploeg
Op het gebied van grondbewerking vinden tal van nieuwe initiatieven plaats. Een zo’n initiatief is de Ecoploeg van fabrikant Frans van Koeckhoven. Met de Ecoploeg wordt de diepte-instelling van de ploeg teruggebracht naar 5 tot 10 cm. Ofwel de ploegdiepte is aangepast aan de zaaidiepte. Hierdoor wordt gezaaid in de losse grond maar wordt het zaadje neergelegd op de vast grond. De kiemwortel komt hierdoor direct in de vaste ondergrond waardoor de kiemplant zich sneller kan ontwikkelen. Andere voordelen zijn:
- De organische mest wordt op deze manier bovenin gehouden
- Het bodemleven wordt zo min mogelijk verstoord
- Bij droogte na de zaai profiteert de kiemplant optimaal van de capillaire werking van de bodem
- Het ondiep ploegen kost minder brandstof en heeft een grote capaciteit



Enkele deelnemers aan de proef met de Ecoploeg streven naar afbouw van glyfosaat. Om het zonder glyfosaat te kunnen stellen werd voor op de tractor een messenrotor geplaatst die het gras van de wortel trekt. Wat deze combinatie betekent voor het brandstofverbruik en de capaciteit is niet duidelijk.