Grondbewerking in de maisteelt
Minimale grondbewerking leidt tot een stabiele bodemstructuur en een betere draagkracht van de bodem. De bodem is een complex geheel van bodemchemische, -fysische en -biologische factoren. Bacteriën, schimmels en regenwormen scheiden kleverige stoffen uit die de gronddeeltjes aan elkaar plakken waardoor grondkorrels worden gevormd. Daarnaast wordt door de activiteit van regenwormen gangen gegraven die de bodem mengen en een luchtige structuur geven. Een gezonde bodem heeft op op deze manier een beter waterbergend vermogen en een betere draagkracht. Belangrijk is ook dat we ons realiseren dat het bodemleven cruciaal is voor de voeding van de plant. Denk daarbij aan bacteriën die stikstof binden uit de lucht. Belangrijk zijn ook de mycorrhiza’s, de samenwerkingsvorm tussen schimmels en planten. De plant levert energie aan de mycorrhiza die in ruil daarvoor voedingsstoffen leveren aan de plant.
Onderwerken vanggewas
Vanaf 1 februari mag het vanggewas worden vernietigd. Een goed geslaagd vanggewas kan wel 35 tot 40 kg N per ha vastleggen. Bij het onderwerken van het vanggewas is het van belang dat de gewasresten gestopt worden in hun ontwikkeling en voldoende tijd krijgen om te verteren. Liefst doen we dat zonder glyfosaat. De verteringssnelheid van het gewas is afhankelijk van de temperatuur, de C/N-verhouding en de aard van het ondergewerkte gewas. Het bijtijds onderwerken van het vanggewas is dus belangrijk. De onderstaande staafdiagram toont de hoeveelheid stikstof in kg N per ha die beschikbaar komt in de bodem voor het maisgewas. Deze proef is in 2022 uitgevoerd door de WUR op zandgrond.
Beschikbare bodemstikstof op 12 juni bij verschillend tijdstip van onderwerken vanggewas
afb. N-mineraal (in kg/ha) in de bodem op 12 juni (bron WUR 2022)
Verstoring vochthuishouding
Bij het onderwerken van een te fors ontwikkeld vanggewas kan een laag van onverteerd organisch materiaal ontstaan in de bouwvoor dat capilaire opstijging van vocht verstoord. Ook heeft een te fors ontwikkeld vanggewas reeds vocht en nutriënten opgenomen die eigenlijk bestemt zijn voor het volggewas. Wanneer er eerst nog een snede van het vanggewas wordt geoogst kan dat eneneens voor een tekort aan water zorgen bij het hoofdgewas.
Niet-kerende grondbewerking mais
Bij een kerende grondbewerking wordt het complexe bodemleven verstoord. Machinefabrikant Lemken onderkent dit probleem en ontwikkelde de Lemken Koralin. De Koralin is een combiwerktuig van een compactschijveneg een cultivator en kleine ganzenvoettanden. De machine met twee rijen schijven van 51 centimeter doorsnede en drie rijen kleine ganzenvoettanden kan ondiep de stoppel bewerken, vanaf zo’n 2 centimeter. “Zo diep als nodig en zo ondiep mogelijk”, aldus Hans Hoogland manager van Lemken Nederland.

De Koralin kan zowel gebruikt worden in het najaar na de oogst voor de zaaibedbereiding van het vanggewas, als in het voorjaar voor het onderwerken van het vanggewas en het zaaiklaar maken van de volgteelt. De Koralin speelt ook duidelijk in op de actualiteit rondom het terugdringen van glyfosaat in de landbouw. Met de ganzevoet wordt de groenbemester afgesneden van de wortel waardoor hergroei wordt onderdrukt.
De koolstofploeg
Grondbewerking is misschien wel de activiteit met de meest complexe impact op de vruchtbaarheid van de bodem en de daaraan gekoppelde ontwikkeling van het gewas. Een bijzondere ontwikkeling op dit vlak is het onderzoek naar de koolstofploeg Een ploeg die er voor zorgt dat meer koolstof in de boidem wordt vastgelegd. Aan dit onderzoek is een appart hoofdstuk gewijd.
De Ecoploeg
Op het gebied van grondbewerking vinden tal van nieuwe initiatieven plaats. Een zo’n initiatief is de Ecoploeg van fabrikant Frans van Koeckhoven. Met de Ecoploeg wordt de diepte-instelling van de ploeg teruggebracht naar 5 tot 10 cm. Ofwel de ploegdiepte is aangepast aan de zaaidiepte. Hierdoor wordt gezaaid in de losse grond maar wordt het zaadje neergelegd op de vast grond. De kiemwortel komt hierdoor direct in de vaste ondergrond waardoor de kiemplant zich sneller kan ontwikkelen. Andere voordelen zijn:
- De organische mest wordt op deze manier bovenin gehouden
- Het bodemleven wordt zo min mogelijk verstoord
- Bij droogte na de zaai profiteert de kiemplant optimaal van de capillaire werking van de bodem
- Het ondiep ploegen kost minder brandstof en heeft een grote capaciteit



Enkele deelnemers aan de proef met de Ecoploeg streven naar afbouw van glyfosaat. Om het zonder glyfosaat te kunnen stellen werd voor op de tractor een messenrotor geplaatst die het gras van de wortel trekt. Wat deze combinatie betekent voor het brandstofverbruik en de capaciteit is niet duidelijk.