Mechanische onkruidbestrijding in mais
Machines voor mechanische onkruidbestrijding worden verder geperfectioneerd. Het zijn vaak kleine aanpassingen aan de apparatuur die het verschil maken. Mechanische onkruidbestrijding blijft precisiewerk en vergt meer tijd dan een chemische onkruidbestrijding. Een goed uitgevoerde mechanische onkruidbestrijding kan echter rendabel zijn. Allereerst wordt bespaard op het gebruik van chemische middelen en ten tweede kan een meeropbrengst worden gerealiseerd. De chemische bestrijding zorgt voor een tijdelijke remming op de ontwikkeling van de mais waardoor er een opbrengstderving plaatsvindt. Dit laatste aspect wordt nog weleens onderschat; cocktails van vier tot vijf middelen leveren een schoon perceel, maar hebben een negatieve invloed op de maisopbrengst. In 2016 werden op de Marke opbrengstdervingen gemeten van 3 tot 6% ten opzichte van een een gedeeltelijke mechanische onkruidbestrijding. Een geheel of gedeeltelijk mechanische onkruidbestrijding leidt tot minder vervuiling van grond- en oppervlaktewater.
Egaal zaaibed
Mechanische onkruidbestrijding begint bij een mooi egaal zaaibed. Bij een egaal zaaibed kan bijtijds worden begonnen met de wiedeg en wordt voorkomen dat kluitvorming een onregelmatige opkomst geeft. Een gelijkmatige opkomst zorgt er bovendien voor dat sneller in de rij geschoffeld of geëgd kan worden.
Wiedeggen voor opkomst
Mais wordt gezaaid op 5 cm. diepte. Dat betekent dat het gemiddeld een week tot 10 dagen duurt voordat de mais boven staat. De onkruidzaadjes zitten meestal minder diep, op 1 à 2 cm en komen daardoor eerder boven. Vandaar dat voor opkomst volvelds breed wiedeggen effectief is. We pakken dan de onkruiden in het zgn. “witte draadjes stadium”. Door een tweede keer te eggen – na 1 à 2 dagen – pakken we de kiempjes die we bij de eerste beurt hebben gemist. Van belang is dat de machine goed is afgesteld zodat we de maiskiem niet raken.

afb. Treffler wiedeg
Mechanische onkruidbestrijding na opkomst
Na opkomst kan zowel met een wiedeg of schoffelmachine tussen de rij of met de wiedeg volvelds worden gewerkt. Doordat de tanden van de Treffeler wiedeg niet vast maar scharnierend aan het systeem zijn bevestigd en nauwkeurig kunnen worden afgesteld via een centrale hydraulische cilinder vanaf de tractor, worden de maisplantjes weliswaar geraakt maar blijven intact. Vanaf een stadium van 3 tot 4 blaadjes is het mogelijk om met bijvoorbeeld de Treffler wiedeg volvelds ook in de rij te werken. Met een gewone wiedeg bestaat dan de kans op beschadiging van plantjes of dat bij grovere grond dat maisplantjes worden onder geduwd; onder kluitjes terecht komen. Door de tanden boven de rij op te tillen kunnen we langer doorgaan met wieden in de rij.
Vanaf 5 blaadjes kan ook worden gewerkt met schoffelmachine / wiedeg in de rij. Deze machine, zoals de schoffelmachine van Steketee, is uitgerust met vingerwieders en torsiewieders om ook het onkruid in de rij te pakken. De Steketee-schoffelmachine uitgerust met IC-Light-camera, deze herkent de rijen in het gewas.


