Extreme weersomstandigheden mais
Mais staat te boek als een zeer betrouwbaar gewas. Als er tijdens het groeiseizoen door extreme weersomstandigheden stress optreedt, zien we vaak dat de plant zich hersteld in de loop van het seizoen. Natuurlijk kunnen de omstandigheden dusdanig zijn dat het gewas zich niet meer of onvoldoende hersteld. Vooral de laatste jaren lijkt het of de weersfactoren grilliger worden en we daardoor ook vaker opbrengstderving waarnemen. We behandelen hieronder de meest voorkomende weersomstandigheden die van invloed zijn op het resultaat van de maisteelt.
Droogteschade in mais
In het laatste decennium hebben we verschillende jaren gehad met extreem warm en droog weer. Plaatselijk liep hierbij het kwik op tot soms wel 40 graden en iets daarboven. We dienen op deze nieuwe omstandigheden in te spelen. De maisplant beschermt zich tegen hitte tijdens het groeiseizoen door zijn bladen op te rollen. Hierdoor voorkomt de plant dat het teveel vocht verdampt. Consequentie is dan dat hierdoor minder fotosynthese plaatsvindt en de groei nagenoeg stilvalt. Als de droogte langer aanhoudt worden de bladeren slap en verliezen ze hun glans, uiteindelijk sterven de bladeren af en gaat de plant dood. Droogte vlak voor of tijdens de bloei verstoord de bevruchting waardoor geen of slechts beperkte kolfvorming plaatsvindt. Als er door droogte en extreme hitte geen bevruchting van de kolf plaatsvindt, kunnen de verliezen aanzienlijk zijn. Een slechte kolfzetting kan bovendien sporen van builenbrand de kans geven zich te nestelen in de onbevruchte eicellen van de kolf.
Wat kunnen we doen?
De praktijk wijst uit dat er duidelijke rasverschillen zijn in droogteresistentie. Zo zijn er rassen die het blad eerder krullen bij hittestress. Dat hoeft dan niet te betekenen dat het ras gevoeliger is voor de hitte, maar dat het zich juist beschermt. Immers een gekruld blad verdamt minder vocht. Omdat dit moeilijk in officiële proeven te meten is – vaak worden deze officiële proefvelden beregend – zijn er van deze eigenschap geen vergelijkende gegevens. Raadpleeg uw loonwerker of zaaizaad leverancier naar praktijkervaringen. Een lagere zaaidichtheid op droogtegevoelige percelen, kan zeker een verschil betekenen in bij droogte. Minder planten gebruiken minder vocht. Beregenen kan, zeker als deze plaatsvindt voor de bloei, zeer rendabel zijn. We moeten ons daarbij realiseren dat beregenen op veel plaatsen in ons land niet meer mogelijk is.
Overvloedige neerslag
Bij teveel neerslag raakt de grond verzadigd met water ofwel zuurstof wordt verdrongen uit de holle ruimten in de grond. De wortels krijgen daardoor duidelijk minder zuurstof beschikbaar. Vindt dit plaats in het begin van het groeiseizoen dan zien we bij de jonge planten het afsterven van de onderste bladen. Het is juist onder deze omstandigheden dat we structuur schade in een perceel kunnen waarnemen. Plekken waardoor bij het manoeuvreren met zware machines verdichtingen zijn ontstaan in de bodem worden bij overvloedige neerslag duidelijk zichtbaar.
Wat kunnen we doen?
Vaak vindt na veel neerslag ook verslemping plaats van de bodem. Er vormt zich dan een korst op de bovenlaag waardoor zuurstof moeilijk de grond indringt. Schoffelen in de rij kan in zo’n geval een oppepper voor het gewas betekenen. Blijf bij het schoffelen minimaal 15 cm van de plant om beschadiging aan de plant te voorkomen.
Het lostrekken van een storende laag met een diepwoeler kan zeker plaatselijk een oplossing zijn voor slechte structuurplekken in het perceel. We dienen dan op de diepte van de storende laag te woelen.
Schade aan mais door nachtvorst
Bij strenge aanhoudende nachtvorst kan de groeipunt van de mais worden beschadigd waardoor de plant afsterft. Treedt nachtvorst in het vroege najaar op dan kan de plant eveneens vervroegd afsterven, we noemen dit ook wel noodrijp.
Stormschade mais en greensnap
In het voorjaar wanneer de plant bij hoge temperaturen en voldoende vocht een enorme groeispurt maakt, is de plant extra gevoelig voor stormschade. De wind kan op 2 manieren huishouden in de mais. De ergste schade treedt op wanneer de plant als gevolg van de wind knakt. Dit noemen we ook wel greensnap. Treedt greensnap op in een vroeg stadium dan kan de plant als verloren worden beschouwd.
Op wat zwaardere (klei)gronden kan als gevolg van hevige wind de maisplant in z’n geheel omgeduwd worden. In zo’n geval is de schade beperkt. Vaak richt de plant zich dan weer op en krijgen we de zogenaamde wandelstok of hockeystick.
Lees ook: schimmelziektes in mais.