Vanggewas na mais op zand- en lössgrond
De ontwikkeling van het vanggewas in mais is verloopt niet altijd gemakkelijk, zeker wanneer het zaaimoment wordt gekozen gelijk met de maiszaai of wanneer de mais zich tot kniehoogte heeft ontwikkeld. De droogteperiode vlak na de zaai zorgt op veel plaatsen voor een moeilijke start van het vanggewas wanneer deze gelijk met de mais is gezaaid. Veehouders die kiezen voor een zeer vroeg ras om zeker te zijn dat voor 1 oktober geoogst kan worden, dienen rekening te houden met een opbrengstvermindering van wel 10% t.o.v. een midden vroeg- of laat ras. Kiest men daarentegen voor onderzaai dan wijst de praktijk uit dat deze in veel gevallen onvoldoende of niet slaagt. Daarbij komt dat de NVWA stelt dat er een geslaagd vanggewas dient te staan; het gaat niet om de inspanning maar om het resultaat. Veel veehouders zien zich dan ook genoodzaakt om in het najaar opnieuw een vanggewas in te zaaien wat leidt tot dubbele kosten voor het vanggewas.
Voor de teelt van korrelmais op zand- en lössgrond geldt dat uiterlijk 31 oktober het vanggewas moet zijn ingezaaid. Het is ondoenlijk om in deze materie een eenduidig advies te geven. De praktijk is weerbarstig en het weer hangt niet aan de kalender. Misschien moet de onderzaai een activiteit van de boer worden. Immers het juiste tijdstip van onderzaai is van cruciaal belang voor het slagen van het gewas. Zaaien we te vroeg dan gaat een te fors vanggewas ten koste van de maisopbrengst. Zaaien we te laat dan is de kans op mislukken zeer groot. Als we het positief willen samenvatten dan moet je stellen dat we op het van onderzaai nog het e.e.a. moeten leren.
Wat zijn de mogelijkheden voor een succesvol vanggewas na mais en een goede maisopbrengst?
bijdrage DLF Seeds & Science
- gelijktijdige zaai vanggewas in mais
- onderzaai vanggewas in mais
- zaai vanggewas na de maisoogst

Voordelen onderzaai t.o.v. inzaai na oogst
- Geen invloed op rassenkeuze mais
- Groenbedekker kan direct na oogst hoofdteelt zich verder ontwikkelen
- Betere ontwikkeling = meer organische stof
- Voorsprong t.o.v. zaai na oogst -> hogere N opname in najaar
Effect van de verschillende zaaimomenten op de uitspoeling en nitraatresidu
De reden dat we een vanggewas in of na de mais moeten zaaien is vanwege de nitraatuitspoeling. Maar het is natuurlijk wel belangrijk om te weten wat een vanggewas doet met die stikstof. Uit meerjarig onderzoek in Vlaanderen blijkt dat er nogal een verschil zit in de uitspoeling van nitraat tussen gelijktijdige zaai of onderzaai in de mais. In de onderstaande grafiek is te zien dat gelijktijdige zaai van rietzwenk zorgt voor een vermindering van nitraatuitspoeling ten opzichte van geen vanggewas. Echter is er ook al een significant verschil te zien tussen onderzaai in het 4de bladstadium en het 8e bladstadium. Waarbij opvalt dat ook onderzaai in het 4de bladstadium zorgt voor een vermindering van de uitspoeling.
bron: LCV – Hooibeekhoeve, Gert van de Ven, 2021
Maar de maisopbrengst blijft natuurlijk het belangrijkste onderdeel van de maisteelt. Daarom is er ook gekeken wat de opbrengst doet bij de verschillende zaaitijdstippen (zie grafiek hieronder). Hier komt heel duidelijk naar voren dat gelijktijdige zaai van rietzwenk over meerdere jaren op verschillende locaties een sterke negatieve invloed heeft op de opbrengst en daarmee deze methode ook een nadeel is voor de mais teelt.
Wel zien we dat onderzaai in het 4de bladstadium nog steeds een vermindering van de uitspoeling geeft, maar daarnaast ook een positief effect op de maisopbrengst. Het is dus duidelijk zichtbaar dat onderzaai zorgt voor het effect wat we willen met behoudt van een goede maisopbrengst.
bron: LCV – Hooibeekhoeve, Gert van de Ven, 2021
1. Gelijktijdige zaai vanggewas in mais
Mais blijft de hoofdteelt
Uit onderzoek van Grondig Boeren met Mais in Brabant bleek dat de keuze voor een specifiek rietzwenktype bij gelijktijdige zaai invloed heeft op de maisopbrengst. Snelgroeiend rietzwenk was namelijk erg snel en agressief, waardoor het te veel massa vormde en de mais sterk in groei achterbleef. Daartegenover stond dat de mais nagenoeg geen schade ondervond van het traaggroeiend rietzwenk en dat de maisopbrengst zo goed als gelijk was als bij nazaai.



“Houd dus altijd in gedachten dat het vanggewas in dienst moet staan van de mais en niet andersom.” Aldus Thomas van Tetering, Product Manager Benelux bij DLF.



Bron: Grondig boeren met mais Brabant (ontwikkeling op 30 september 2019)
Conclusie – Uit bovenstaande tabel blijkt:
- Snelgroeiend rietzwenk gaat flink ten koste van de maisopbrengst (zowel droge stofgehalte als zetmeel)
- De maisopbrengst is bij traaggroeiend rietzwenk(DLF Rietzwenk Onderzaai) en bij nazaai nagenoeg gelijk.
Om opbrengstverlies te minimaliseren is het dus van belang om te kiezen voor een traag groeiend rietzwenk.
Voor het juiste product kan DLF hierbij uitkomst bieden, want door de vele proeven in zowel Nederland als België is DLF gespecialiseerd in deze vorm van onderzaai. Neem bijvoorbeeld het product Rietzwenk Onderzaai, dat volledig bestaat uit traaggroeiend rietzwenk. De mais kan zich het beste ontwikkelen en u heeft met dit mengsel toch een geslaagd vanggewas.
Oordeel niet te snel of onderzaai geslaagd is
Bij onderzaai in de mais, kan het al snel lijken op een mislukt vanggewas. Zeker de afgelopen jaren met de droge zomers leek het gras helemaal niet opgekomen te zijn. Maar dit is vaak een vertekend beeld. Zelfs wanneer er bij de maisoogst weinig of geen gras staat, kan dit zodra er genoeg licht is weer gaan groeien of zelfs kiemen waardoor er na enkele maanden alsnog een mooi vanggewas staat.
2. Onderzaai vanggewas in mais
Tips voor onderzaai
- Kies het juiste onderzaai gewas
Er zijn verschillende graszaadmengsels beschikbaar op de markt, kies een grasgroenbemester die bedoeld is voor onderzaai in de mais. Grassen die te snel of agressief groeien, kunnen overwoekeren, wat een nadelig effect op de groei van de mais kan hebben. Kies voor een mengsel met traaggroeiende soorten, zoals: kropaar, rietzwenk, traaggroeiend Italiaans en Engels raaigras. Let op aaltjes gevoelige percelen op de grassoort die je gebruikt. - Zaai op het juiste moment
Zaai de groenbemesters wanneer de mais 40 tot 50 cm hoog is. De mais zal zich daarna mooi kunnen sluiten wanneer het gras opkomt.
- Let op gebruik van gewasbeschermingsmiddelen
Wacht bij het toepassen van bodemherbiciden 7 tot 10 dagen met het inzaaien van de groenbemester in de mais. - Breng het zaad goed in de grond aan
Gebruik tijdens het inzaaien bij voorkeur een wiedegcombinatie of een speciale vanggewas zaaimachine voor de mais. Wanneer het zaad een goed bodemcontact heeft, is er meer vocht beschikbaar en is de kans van slagen een stuk groter.
Producten onderzaai:
Mechanische of chemische onkruidbestrijding:
- 4e bladstadium – Maisgras (Kropaar en Engels raaigras)
- 4e bladstadium – Bladrammenas: Nemaflex – kan goed tegen bereiding daarom ook goed in te zetten als onderzaai.
- 8e bladstadium – OnderzaaiMix (Italiaans en Engels raaigras)
- 8e bladstadium – Italiaans raaigras



Afb. onderzaai vanggewas in mais (foto loonbedrijf Westerveld)
Vanggewas en probleemonkruiden
De keuze van een vanggewas na oogst of als onderzaai is ook afhankelijk van probleemonkruiden in het perceel. Indien we te maken hebben met gladvingergras, knolcyperus, haagwinde of andere moeilijk te bestrijden onkruiden is het raadzaam geen onderzaai of gelijkzaai van het vanggewas toe te passen. De bestrijding met effectieve herbiciden doodt namelijk ook het vanggewas.
3. Vanggewas zaaien na de maisoogst
Wanneer u op zand- en lössgrond zit en geen vanggewas onder de snijmais heeft staan bent u verplicht om vóór 1 oktober een vanggewas te zaaien. Er zijn verschillende keuzes die u kunt maken voor het zaaien van het vanggewas in mais, dit heeft alles te maken met de teelt die u het jaar erop op dit perceel gaat telen. U kunt kiezen voor het inzaaien van een hoofdgewas zoals wintergraan of voor een groenbemester die u in het voorjaar weer onderwerkt. Ook is het mogelijk om een weidemengsel in te zaaien en hier 1 jaar van te oogsten als tussengewas. Ook is het belangrijk om te weten of u in het voorjaar gaat ploegen of misschien aan een niet kerende grondbewerking doet.
U teelt een vanggewas: | door onderzaai | direct na de oogst | als hoofdteelt |
---|---|---|---|
Wanneer uiterlijk zaaien | 1 oktober (geen uiterste oogstdatum) | 1 oktober | 31 oktober |
Welk gewas zaaien | Bladkool Bladrammenas Gras Japanse haver Triticale Winterrogge Wintertarwe Wintergerst | Bladkool Bladrammenas Gras Japanse haver Triticale Winterrogge Wintertarwe Wintergerst | Spelt Triticale Winterrogge Wintertarwe Wintergerst |
U mag een mengsel van verschillende gewassen als vanggewas telen uit de bovenstaande tabel. Dit mengsel moet voor minimaal twee derde bestaan uit deze soorten. Het is ook belangrijk dat het ingezaaide mengsel nog in het najaar tot ontwikkeling komt. Voor het inzaaien van een vanggewas na de mais kunt u voor de beste slagingskans kiezen voor een Japanse haver of grasmengsel. Deze soorten kunnen zich nog goed ontwikkelen later in het najaar en gaan uitspoeling het beste tegen. Bij het kiezen van een grasmengsel kunt u kiezen voor een tijdelijk mengsel met Italiaans raaigras, zoals Groenmix van DLF, hiervan kan eventueel nog een voorjaarssnede gehaald worden voordat de mais ingezaaid wordt. Een kanttekening bij het halen van een snede is dat er meer voeding en water verloren gaat en dus minder beschikbaar is voor de mais tijdens de beginontwikkeling.
Een andere optie is om een nieuwe weide in te zaaien, kies hierbij voor een tijdelijk grasmengsel van 1-2 jaar, zoals de TurboMax of UltraMax van DLF. Deze kunt u eventueel aanvullen met klavers. Hier kunt u dan 1 à 2 jaar een goede grassnede van afhalen en tegelijkertijd bouwt er weer extra organisch stof op in de bodem. Deze aanpak zorgt ook voor meer opbrengst van de mais wanneer u weer terugkomt in de rotatie op dit perceel.