Integratie van analyse apparatuur op mesttank
integratie van NIRS-lab op de mesttank nog in ontwikkeling
Organische mest is rijk aan mineralen en daarom een kostbaar product. Tot voor kort hadden we alleen inzicht in de gehaltes bij het vullen van grote partijen mest, waardoor bij de toediening op het land vaak plaatselijk teveel of te weinig werd gegeven. Een NIRS-lab op de mesttank geeft bij toediening inzicht in de hoeveelheid nutriënten, waardoor de dosering exact kan worden afgesteld op de benodigde hoeveelheden NPK per hectare en daarbij behorende limieten. Met Nabij-Infrarood-Spectroscopie (NIRS) kunnen we op een snelle manier inzicht krijgen in samenstelling van diverse substanties. Met deze techniek kunnen we de belangrijke elementen van drijfmest worden gemeten zoals: totale stikstof (N), fosfor (P), kalium (K), nitraatstikstof en drogestof. Het stelt ons in staat om per vracht te controleren wat de gehaltes van de hierboven genoemde elementen zijn.
In sommige landen heeft deze methode van mestanalyse opgang gevonden. In Nederland zijn de ervaringen echter nog niet eenduidig betrouwbaar. Zo komt de weergave van stikstof redelijk in de buurt van laboratorium analyses, echter bij fosfaat en kalium worden grote afwijkingen gemeten. Met verbetering van de ijklijnen, waardoor de betrouwbaarheid van het mobiele NIRS-lab wordt vergroot, zou dit apparaat voor de toelkomst wel eens een heel practisch instrument kunnen worden.
Betere benutting van stikstof uit drijfmest met vizura
Bijdrage BASF
Door het toedienen van de nitrificatieremmer Vizura aan drijfmest verloopt de omzetting van ammonium naar nitraat langzamer. Door deze geleidelijke omzetting wordt de kans op uitspoeling van nitraat beperkt. Daarbij krijgt het gewas de kans om zowel nitraat als ammonium op te nemen wat zeer gunstig is voor de ontwikkeling van het gewas. Het stikstofrendement van de drijfmest wordt hierdoor significant verhoogd evenals de opbrengst. In mais resulteert dit in vooral een hogere drogestofopbrengst. In weiland levert dit naast extra drogestof ook een hogere eiwitopbrengst op.
De hoeveelheid Vizura is niet afhankelijke van de hoeveelheid drijfmest die wordt toegepast. De dosering ligt tussen 2 en 3 liter per ha en is afhankelijk van de gewenste werkingsduur en bouwvoordikte. Er zijn verschillende methodes om Vizura toe te passen.
Met ingang van 2023 is Vizura opgenomen in de Kringloopwijzer omdat Vizura de uitstoot van lachgas (een sterk broeikasgas) vanuit drijfmest met 50 % kan verminderen. Dit zorgt ervoor dat de CO2-afdruk per kilogram meetmelk omlaag gaat.

Drijfmest in de rij
Door het verbod om fosfaat als kunstmest toe te dienen en de aangescherpte Nitraatrichtlijnen wordt er gezocht naar methoden voor een betere benutting van de mineralen uit drijfmest bij de teelt van mais. Mede aangespoord door de positieve effecten van kunstmest in de rij. Dit heeft erin geresulteerd dat de overheid per 2021 op zand- en lössgronden drijfmestrijenbemesting in mais verplicht wilde stellen. (Deze verplichting is later door minister Schouten herroepen.)
Bij drijfmestgift in de rij kan worden gewerkt in 1 of 2 werkgangen. Wordt drijfmest in de rij en maiszaai in 1 werkgang uitgevoerd dan dienen loonbedrijven en maistelers rekening te houden met een flinke beperking van de zaaicapaciteit. Bij drijfmestrijenbemesting en maiszaai in 2 werkgangen met GPS, is het raadzaam bemesting en zaai door hetzelfde loonbedrijf te laten uitvoeren. De resultaten van de 3-jarige praktijkproef (of demoproef) pakken niet positief uit voor drijfmest bemesting in de rij. Wellicht dat ruitzaai of deltazaai hier een realistisch alternatief kunnen bieden.



Afb. Drogestofopbrengst van de 3 teeltsystemen
(bron: PPS Ruwvoer proefbedrijf Vredepeel)



Afb. N-opname van de 3 teeltsystemen
(bron: PPS Ruwvoer proefbedrijf Vredepeel)