Onkruidbestrijding in mais 2025
Onkruidbestrijding in mais wordt sinds een aantal jaren op zand- en lössgronden sterk bepaald door het vanggewas en zaaitijdstip van het vanggewas. Wel- of geen onderzaai heeft consequenties voor de keuze van de in te zetten herbiciden. Hieronder zetten we aan de hand van de te kiezen methode van vanggewas inzaai, de daaraan gekoppelde spuitadviezen op een rij.
1. Zaai vanggewas na de maisoogst
Indien we hebben te maken met probleemonkruiden, zoals gladvingergras en ooievaarsbek, wordt geadviseerd te kiezen voor een vroeg maisras dat voor 1 oktober kan worden geoogst. Op deze manier kan het onkruid met een breder scala aan middelen worden bestreden. De basisonkruidbestrijding bij deze methode is: 1,75 liter Laudis met 0,75 liter Monsoon Active plus 1 liter Frontier. Wanneer ooievaarsbek voorkomt kan 0,5 liter Basagran of 0,5 liter Calaris toegevoegd worden. Let op, Calaris mag 1 keer in de 3 jaar. Bij aanwezigheid van zwaluwtong, haagwinde of aardappelopslag kan 0,5 liter Kart worden toegevoegd.

afb. gladvingergras (foto Bayer Crop Science)
Ooievaarsbek is een probleemonkruid en leunt voor de bestrijding op de mogelijkheid om door middel van Calaris*, terbutylazine (TBA) in te zetten. Calaris heeft een restrictie van toepassing die beperkt is tot 1 keer per 3 jaar. Nieuw toegelaten is het breedwerkende herbicide BasisFlex. BasisFlex heeft een krachtige werking tegen ooievaarsbek. Wanneer ook gladvingergras een rol speelt is het advies 2,25 liter Laudis plus 1 liter Frontier Optima. Eventueel kan tegen straatgras 0,25 liter Milagro extra 6OD worden toegevoegd. Bij het voorkomen van gladvingergras blijft het advies om onverminderd vroeg te spuiten of een vooropkomstbespuiting toe te passen.
2. Onderzaai van het vanggewas
Bij onderzaai van het vanggewas gelden dezelfde adviezen als bij zaai vanggewas na oogst. Houdt wel rekening met een maximale dosering Frontier Optima, gebruik niet meer dan 0,4 liter per hectare.
3. Gelijktijdige zaai van mais en vanggewas
Bij gelijk zaai wordt meestal gewerkt met rietzwenk. Om de ontwikkeling van rietzwenk niet te hard te laten gaan wordt soms wel geadviseerd deze met een beetje af te remmen. Hier kleeft echter het risico aan dat met deze bijsturing het vanggewas te sterk wordt onderdrukt en het vanggewas kan mislukken. Een basis bespuiting in deze situatie zou kunnen zijn: 1,75 tot 2,25 liter Laudis met 0,5 liter Calaris* met als toevoegmiddel Kart 0,5 liter. Kart verhogen naar 0,7 liter als er geen Calaris in de mix zit. Om gladvingergras beter te kunnen bestrijden is 2,25 liter Laudis nodig en geadviseerd wordt deze bespuiting tijdig toe te passen. Toevoeging van Calaris* is zinvol voor de bestrijding van ooievaarsbek en om de mix een snellere werking te geven. Fabrikanten van gewasbeschermingsmiddelen adviseren bij gelijkzaai van het vanggewas relatief schone percelen te kiezen.
Om risico’s nog verder te beperken suggereert BASF een voor-opkomstbespuiting met Stomp, gevolgd door een vroege na-opkomstbespuiting met bovengenoemde combinatie. Zodra het rietzwenkgras 3 blaadjes heeft met een ontwikkeld worteltje, kan tot 0,75 liter Frontier Optima worden toegevoegd aan deze mix. Gladvingergras wordt hiermee goed aangepakt.
*let op Calaris mag 1 keer per 3 jaar
Bekijk onderstaand de PDF ‘Bestrijden van moeilijke grassen in mais‘.
Basis Flex – een welkome partner in de maismix – Tegen grassen én breedbladigen, inclusief ooievaarsbek
Basis Flex in de mix geeft een veel betere bestrijding van o.a. ooievaarsbek in vergelijk met de bestaande mixen. Basis Flex ruimt in zijn eentje al de meeste onkruiden in mais op. Het middel moet wel versterkt worden tegen sommige breedbladigen zoals zwarte nachtschade, zwaluwtong, grotere meldes en enkele moeilijke grassen. Daarom is een mix met andere middelen het advies. Door de brede werking van Basis Flex is een halve dosering van een triketone voldoende. Corteva adviseert als volgt: 130 gram Basis Flex + triketone (halve dosering) + Frontier + 0,5 – 0,7 L Kart. In vergelijking met een bestaande mixen geeft de Basis Flex-mix een betere en bredere onkruidbestrijding (o.a. ooievaarsbek).
Advies voor aardappelopslag bestrijding
Corteva heeft op basis van proefvelden het volgende advies opgesteld. Als aardappelopslag redelijk gelijkmatig bovenkomt, kan met één bespuiting een vrij goed resultaat worden behaald. Gebruik dan bij de hoofdbespuiting een mix met in ieder geval Calaris / Callisto en combineer deze met 0,7 liter Kart. Spuit deze mix als de aardappelen 10-15 cm hoog zijn.
Komen de aardappelen ongelijkmatig boven (is vaak zo), dan geeft een dubbele bespuiting het beste resultaat. De hoeveelheid Laudis / Calaris* / Callisto kan dan in tweeën gesplitst worden, waarbij altijd Kart moet worden toegevoegd; 0,7 Kart bij de eerste bespuiting en 0,5 Kart bij de tweede onderblad bespuiting.

Advies voor bestrijding haagwinde
Haagwinde is op veel percelen een aandachtspunt. Het is een meerjarig onkruid wat ook nog bovenkomt als de hoofdbespuiting al heeft plaatsgevonden. Dat betekent dat vaak een tweede bespuiting moet plaatsvinden voor een goed resultaat. Als dit een aantal jaren niet gebeurt zal de druk van haagwinde weer toe gaan nemen.
Voer de hoofdbespuiting uit als de haagwinde gemiddeld 20-25 cm is en voeg 0,7 liter Kart toe en/of 0,75 liter Monsoon Active. Werken met een gesplitste toepassing op basis van de bekende haagwindemiddelen waaronder Kart, één keer in combinatie en dan nog eens later (4-5 bladstadium of via onderbladbespuiting in het 8-9 bladstadium), is zeker een meerwaarde. De tweede bespuiting (onderblad) moet er vervolgens niet te snel achteraan, zorg dat er +/- 2½ week tussen zit.
Ondanks de vele veranderingen in de toegelaten mixen – en dan voornamelijk op zandgrond – heeft dit voor de toevoeging van KART geen invloed gehad. In alle gevallen past Kart uitstekend in de gekozen mais mix die wordt toegepast.
- KART is EFFECTIEF en vult de mix aan tegen een groot aantal zaadonkruiden (o.a. zwaluwtong, varkensgras, muur en herik), maar ook tegen meerjarigen als haagwinde en aardappelopslag.
- KART is een BOOSTER. De SE formulering geeft onder moeilijke omstandigheden de gehele mix een extra zetje. Alle middelen profiteren van dit effect en worden beter opgenomen door het onkruid.
- KART is FLEXIBEL. U kunt bijvoorbeeld een split-up toepassing uitvoeren richting meerjarigen. Kart geeft geen beperkingen in de nateelt en grondwaterbeschermingsgebieden. Er zijn geen aanvullende eisen voor teelt/spuit vrije zones.

Algemeen advies voor Kart:
- Als er een TBA bevattend middel in de mix zit 0,5 ltr/ha Kart toevoegen.
- Zit er geen TBA bevattend middel in de mix dan de KART verhogen naar 0,7 ltr/ha.
- Kart moet sinds 2023 in mais gespoten worden met tenminste 90% DRT op percelen die grenzen aan oppervlaktewater.
Advies bestrijding distels in mais
Voor distelbestrijding zijn er twee opties.
- Voeg 1 liter Lontrel toe aan de maismix. Extra olie toevoegen is niet nodig
- Voer een aparte nabespuiting uit met 1,2 liter Lontrel + 1 liter olie als de distels hersteld zijn van de hoofdbespuiting
Verder versterkt Lontrel de mix op lastige éénjarige onkruiden zoals zwaluwtong, kamille, klein kruiskruid, zwarte nachtschade en hondspeterselie.
Bayer adviseert Monsoon Active 0,75 liter toe te voegen aan de Laudis mix.


