Mycotoxinen in mais
Mycotoxinen zijn giftige stoffen die worden geproduceerd door schimmels. De herkomst van gifstoffen in ons ruwvoer kan divers zijn. Mycotoxinen kunnen ook aanwezig zijn wanneer de schimmel niet zichtbaar is. Dit laatste maakt het probleem van mycotoxinen en de aanpak extra complex. Wanneer we mycotoxinen van schimmels aantreffen in de maissilage maken we onderscheid tussen mycotoxinen die in de veldperiode ontstaan door schimmels op de plant en mycotoxinen die in de kuil ontstaan. In dat laatste geval gaat het om schimmelsporen die met de oogst worden meegenomen en de schimmel zich vervolgens in de kuil ontwikkelt.
In het hoofdstuk schimmelziekten in mais wordt uitvoerig stilgestaan bij schimmels die zich in het veld manifesteren en hoe we deze schimmel zo veel mogelijk buiten de deur kunnen houden. Niet alle schimmels die op de plant voorkomen produceren toxinen of zijn giftig. Zo tasten Helminthosporium en builenbrand de plant wel aan en kunnen deze schimmels de opbrengst en voederwaarde verminderen, maar zijn ze niet of weinig giftig. Anders ligt dat bij Fusarium een schimmel die zich nestelt in de stengel (stengelrot) of op de kolf (kolffusarium). Met name de Fusarium schimmel is een belangrijke oorzaak van DON (deoxynivalenol) en ZEA (zearalenone). Maatregelen die we kunnen nemen om Fusarium te voorkomen zijn:
- keuze van een Fusarium resistent ras (beoordeling rassenlijst)
- een ras met een goed gesloten schutblad rond de kolf
- vruchtwisseling
- stoppelbewerking na de oogst
- bij kolffusarium is een preventieve bespuiting een optie

afb. open schutblad oorzaak van schimmelvorming (foto HAS&S)
De bovenstaande aandachtspunten zijn geen garantie dat we Fusarium buiten de deur kunnen houden. Warme en natte omstandigheden in de (na)zomer kunnen ervoor zorgen dat de schimmel toch om zich heen grijpt.
In het hoofdstuk schimmels in de maiskuil wordt stilgestaan bij de schimmels die ontstaan in de maiskuil. Eigenlijk dienen we er vanuit te gaan dat sporen die de schimmels in de kuil kunnen vormen altijd worden meegenomen bij de oogst. Wat ons te doen staat bij de bewaring en het uitkuilen is: broei en schimmelvorming voorkomen. Dit doen we door:
- goed aanrijden
- voldoende voersnelheid
- recht snijvlak bij het uitkuilen
- gebruik van een broeiremmer
In het hoofdstuk kuilmanagement worden al deze facetten van het kuilmanagement toegelicht.
Mycotoxinen veroorzaken vaak sluimerende gezondheidsproblemen, die niet direct gelinkt worden aan mycotoxinen. Sommige toxinen kunnen in de pens worden omgezet in minder schadelijke stoffen, echter het komt ook voor – zoals bij en ZEA en Aflatoxinen – dat de metabolieten van deze mycotoxinen nog giftiger zijn dan de oorspronkelijke stof. Extra aandacht verdient ook CCM dat wordt gevoerd aan varkens. CCM kan namelijk bij varkens een aanzienlijk deel van het voerrantsoen uitmaken. Bij varkens wordt door mycotoxinen de darmwand beschadigd waardoor er direct een terugval in de productie ontstaat. Worden in het ruwvoer mycotoxinen geconstateerd, bijvoorbeeld met een aanvullend analyse, dan is het raadzaam te werken met een toxinen de-activator.
aanpak van mycotoxinen met Mycofix®
bijdrage dsm-firmenich
Mycofix® omvat een drievoudige werking voor het aanpakken van mycotoxinen en de nadelige effecten van (schimmel vormende) mycotoxinen:
- Adsorptie: De binder bentoniet van Mycofix® draagt een unieke Europese claim voor zijn werking tegen aflatoxine.
- Bio-transformatie: Voor de niet-adsorbeerbare mycotoxinen omvat Mycofix® een specifieke bio-transformatiestrategie om hun schadelijke effecten tegen te gaan en te elimineren. Deze werking is door Mycofix® bewezen door meerderen unieke EU-toelatingen voor stoffen en enzymen die mycotoxinen inactiveren en bijdragen aan het beschermen van de diergezondheid.
- Bioprotectie: Om de toxicologische effecten zoveel mogelijk te beperken dient de diergezondheid te worden ondersteund. De Bioprotectie Mix is hierin een unieke innovatieve combinatie van natuurlijke componenten die het immuunsysteem kunnen ondersteunen en de dierprestatie positief kunnen beïnvloeden. Zo ondersteund de Bioprotectie Mix de lever en wordt de darmbarrière versterkt.

afb. dsm-firmenich
Mycotoxines in maïskuil ’24: ruim helft van de kuilen in categorie medium tot hoog risico!
Ook dit jaar heeft dsm-firmenich bijna 100 maïskuilen in de Benelux onderzocht op mycotoxines. Dit jaar werd geanalyseerd op 7 verschillende mycotoxines: 5 types Trichothecenen B (DON, DON-3-GLUC, 3-AC-DON, 15-AC-DON en NIV), Zearalenon en HT-2 Toxine. Van deze kuilen viel de helft in de categorie “medium tot hoog risico”, wat gevolgen kan hebben voor de gezondheid van de veestapel.
In de Benelux loopt al een aantal jaren een DSM Maïskuilproject. Hierbij analyseren wij maïskuilen op mycotoxines met als doel de risico’s bij melkkoeien en melkgeiten in kaart te brengen. In grote delen van de Benelux vormt maïskuil één van de hoofdcomponenten in het rantsoen. Wanneer zo’n maïskuil een hoge mycotoxine belasting laat noteren, kan dit een lange termijn impact hebben op de veestapel.
Dit jaar is ervoor gekozen om het volledige pakket aan DON-metabolieten mee te nemen in de analyse. Er is dus niet enkel naar DON gekeken, maar ook naar de metabolieten DON-3-GLUC, 3-AC-DON en 15-AC-DON. Op die manier wordt het hele pakket aan DON onderzocht, aangezien ook de andere metabolieten vaak in hoge concentraties en met een hoge prevalentie voorkomen. Zo voorkomen we dat de uitslagen worden onderschat. Immers, de glucoside- en acetylgroepen van deze metabolieten worden in de pens en de darm losgekoppeld, waardoor zij net zo toxisch zijn als DON zelf.
Hieronder zijn de resultaten weergegeven van de 97 maïskuilanalysen die tot dusver zijn uitgevoerd. Om de impact op rundvee goed te kunnen inschatten, hebben we risicoanalyses gemaakt op basis van een veronderstelde opname van 8 kg droge stof maïskuil per dag. In de figuur hieronder zijn de resultaten weergegeven op 100% droge stof basis.
Tabel 1. Mycotoxine waarden maïskuil Benelux, oogst najaar 2024 (in ppb, basis 100% DS)

Tabel 2. Risico niveau Fusarium mycotoxines in maïskui (bij dagopname 8 kg DS maïskuil)

LOD = onder de detectielimiet. Het risico niveau is enkel gebaseerd op op maïskuil in het rantsoen. Ook andere voercomponenten kunnen mycotoxines bevatten!
Resultaten
Dit jaar vallen maar liefst 52% van de maïskuilen in de categorie gemiddeld tot hoog risico. Dit komt met name doordat er veel Trichothecenen B en Zearalenon worden geanalyseerd. Trichothecenen B zijn mycotoxines met een gemeenschappelijke structuur – (een zogenoemde “epoxy-ring” – die de eiwitsynthese en tal van enzymfuncties beïnvloeden door de DNA-deling te verstoren. Daardoor hebben zij een negatieve impact op actief delende cellen, zoals die onder meer voorkomen in het maagdarmkanaal, de huid en het immuunsysteem. Mogelijke gevolgen voor de koe zijn een verminderde voeropname, verminderde pensgezondheid, slechtere vertering en daarmee een lagere melkproductie en een verminderde afweer.
Zearalenon is structureel identiek aan het vrouwelijk hormoon oestrogeen. Hierdoor heeft het interactie met oestrogeenreceptoren, die vooral voorkomen in de baarmoeder, de uier, de hypothalamus en de hypofyse. Zearalenon in het rantsoen kan leiden tot vruchtbaarheidsproblemen, zoals een minder zichtbare bronst, vroegtijdig afbreken van de dracht en onsuccesvolle inseminaties.
Omdat Trichothecenen B en Zearalenon moleculair té groot zijn om gebonden te kunnen worden door kleimineralen, is een specifieke biotransformatie strategie nodig om ze onomkeerbaar onschadelijk te maken. Een geschikte oplossing voor rundvee bestaat in het toevoegen van Mycofix Plus 3.E aan het rantsoen. De dosering is afhankelijk van de diergroep en de mate van mycotoxine belasting. Uw contactpersoon binnen dsm-firmenich adviseert u hier graag over.
Is het mycotoxine niveau van uw maïskuil al onderzocht? Aanmelden voor een maïskuilanalyse kan eveneens via uw contactpersoon bij dsm-firmenich. Voor meer informatie kunt u contact opnemen met is [email protected]
dsm-firmich levert met DSM Animal Nutrition & Health googwaardige voeding middels premixen, mineralen, vitaminen, additieven en innovatieve producten, afgestemd op specifieke behoeften en ontwikkelingsfasen van dieren. Deze laten dieren beter presteren in termen van groei, gezondheid en productiviteit. Als producent van premixen voor de diervoederindustrie draagt DSM Twilmij daar op duurzame wijze aan bij, met respect voor mens, dier en milieu.